Deze disclaimer bevat essentiële informatie over de aard van de content op het Ouder Platform Jeugdzorg en de verantwoordelijkheid v/d gebruiker.
Hoewel de termen Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) en Complexe PTSS (C-PTSS) sterk op elkaar lijken, verwijzen ze naar de gevolgen van zeer verschillende soorten traumatische ervaringen. Deze aandoeningen hebben een andere oorzaak en vragen daardoor ook om een andere aanpak. Dit document legt het kernverschil op een eenvoudige en gestructureerde manier uit.
Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) is een psychische aandoening die kan ontstaan na het meemaken van een schokkende gebeurtenis. Wanneer de klachten langer dan een maand duren en het dagelijks leven ernstig verstoren, kan er sprake zijn van PTSS. De symptomen zijn in te delen in vier hoofdcategorieën:
Herbelevingen De traumatische gebeurtenis dringt zich ongewild op in het heden, bijvoorbeeld via nachtmerries of levendige flashbacks overdag, alsof het opnieuw gebeurt.
Vermijding De persoon doet er alles aan om niet aan de gebeurtenis herinnerd te worden. Dit kan betekenen dat bepaalde plekken, mensen of zelfs gedachten actief worden vermeden.
Negatieve Gedachten en Gevoelens Er is sprake van aanhoudende negatieve emoties zoals schuld en schaamte, maar ook van emotionele vervlakking, waarbij positieve gevoelens moeilijk te ervaren zijn.
Verhoogde Prikkelbaarheid (Hyperactivatie) De persoon is constant 'op scherp', wat zich uit in bijvoorbeeld slaapproblemen, woede-uitbarstingen, concentratieproblemen en een verhoogde schrikreactie.
Hoewel deze symptomen de kern van PTSS vormen, is de oorzaak van het trauma een cruciaal punt dat het onderscheid met Complexe PTSS bepaalt.
Het fundamentele verschil tussen PTSS en C-PTSS ligt in de aard en duur van de traumatische ervaring.
Trauma bij PTSS: Dit wordt meestal veroorzaakt door een enkelvoudige, eenmalige schokkende gebeurtenis. Denk hierbij aan een ernstig verkeersongeval, een natuurramp of een overval.
Trauma bij C-PTSS: Dit ontstaat door langdurig en herhaaldelijk trauma, vaak in afhankelijkheidsrelaties waaruit ontsnappen onmogelijk was (zoals bij kindermishandeling, langdurige verwaarlozing of huiselijk geweld). Dit type trauma wordt bijna altijd veroorzaakt door andere mensen (interpersoonlijk geweld), wat het basisvertrouwen in anderen diep beschadigt.
Dit cruciale verschil in de oorzaak leidt ertoe dat C-PTSS, naast de standaard PTSS-klachten, een extra laag van diepgaande symptomen met zich meebrengt.
Complexe PTSS (C-PTSS) omvat alle vier de symptoomclusters van PTSS, plus een reeks extra, hardnekkige problemen. Deze extra problemen worden samen 'Verstoringen in Zelforganisatie' (DSO's) genoemd. Ze ontstaan doordat het langdurige, interpersoonlijke trauma de fundamentele ontwikkeling van iemands persoonlijkheid, emotieregulatie en basisvertrouwen in anderen structureel heeft ondermijnd.
De drie kernproblemen binnen de Verstoringen in Zelforganisatie zijn:
Problemen met Emotieregulatie Mensen met C-PTSS hebben extreme moeite met het beheersen van hun emoties. Dit kan leiden tot intense woede of verdriet, impulsief gedrag, maar ook tot je afgesloten voelen van je emoties of de wereld om je heen (dissociatie).
Negatief Zelfbeeld Het trauma heeft geleid tot diepgewortelde overtuigingen van waardeloosheid, schaamte en schuld. Iemand kan het gevoel hebben fundamenteel 'slecht' of 'kapot' te zijn.
Problemen in Relaties Er is sprake van aanhoudende moeilijkheden in het contact met anderen. Het is vaak lastig om mensen te vertrouwen en om veilige, stabiele relaties aan te gaan en te onderhouden.
De onderstaande tabel zet de belangrijkste verschillen nog eens overzichtelijk naast elkaar.
Het begrijpen van het verschil tussen PTSS en C-PTSS is cruciaal voor een effectieve behandeling. De problemen bij C-PTSS zijn dieper geworteld in het fundamentele zelfbeeld en het vermogen om anderen te vertrouwen, de bouwstenen die door het langdurige trauma zijn aangetast. Daarom is een directe confrontatie met het trauma vaak niet de juiste eerste stap. De behandeling van C-PTSS vraagt om een gefaseerde aanpak, waarbij eerst wordt gewerkt aan het creëren van veiligheid, het stabiliseren van emoties en het opbouwen van een vertrouwensrelatie, voordat de eigenlijke traumaverwerking kan beginnen.