Deze disclaimer bevat essentiële informatie over de aard van de content op het Ouder Platform Jeugdzorg en de verantwoordelijkheid v/d gebruiker.
"Maak een samenvatting over dwingende controle gedrag in de richtlijn. Bijvoorbeeld bang zijn voor ouder, niet eerlijk durven zijn, veel ruzies bij een ouder thuis, gaslighting, etc."
De gevraagde dwingende controle gedragingen vallen in de richtlijn onder de categorie emotionele (psychische) mishandeling.
Hieronder volgt een samenvatting van de elementen in de richtlijn die betrekking hebben op dwingend en controlerend gedrag, en de gevolgen daarvan:
Van emotionele mishandeling is sprake wanneer ouders niet-incidenteel vijandigheid of afwijzing jegens de jeugdige vertonen. Dit type mishandeling omvat gedragingen die direct aansluiten bij het concept van dwingende controle, zoals:
Bang maken.
Manipuleren.
Kleineren.
Uitschelden.
Bedreigen.
Isoleren, uitsluiten, of opsluiten.
Het stellen van te hoge eisen op cognitief of ander gebied.
Bovendien kan de niet-passende ‘inzet’ van de jeugdige bij partnergeweld, een vechtscheiding of ziekte (parentificatie) onder emotionele mishandeling geschaard worden.
De richtlijn beschrijft verschillende signalen en gevolgen van mishandeling die direct verband houden met een sfeer van angst en onveiligheid:
Angst is een van de emotionele en gedragsproblemen die een signaal van kindermishandeling kunnen zijn.
Mishandelde jeugdigen voelen zich vaak niet gehoord of erkend.
Vooral jonge kinderen leggen de oorzaak voor de mishandeling vaak bij zichzelf, wat kan leiden tot een negatief zelfbeeld.
Jeugdigen zijn vaak onvoorwaardelijk loyaal aan hun ouders. Als (een van) de ouders zelf een rol heeft in de mishandeling, is dit voor jonge kinderen moeilijk te plaatsen ten opzichte van hun loyaliteit. Dit kan indirect verklaren waarom kinderen mogelijk niet eerlijk durven te zijn over de situatie.
Signalen van langdurig trauma bij pubers en adolescenten zijn onder meer schaamte voor het gevoel van kwetsbaarheid of afhankelijkheid van ouders, en een toename van conflicten met ouders.
Het getuige zijn van geweld tussen ouders onderling (partnergeweld, vechtscheiding) valt onder de Richtlijn Kindermishandeling. Sterker nog, het wordt gezien als een vorm van emotionele mishandeling.
Conflicten in het gezin (partnergeweld) zijn bovendien een van de significante risicofactoren voor fysieke kindermishandeling en emotionele/fysieke verwaarlozing.
Bijna de helft van de mishandelde of verwaarloosde kinderen blijkt ook andere vormen van huiselijk geweld in het gezin mee te maken, waarbij het in ruim de helft van die gevallen gaat om partnergeweld tussen de ouders.
De gevolgen van blootstelling aan partnergeweld zijn schadelijk en vergelijkbaar met de gevolgen die jeugdigen ondervinden wanneer zij zelf mishandeld worden.
Bepaalde problemen bij de ouders vergroten de kans op gedrag dat lijkt op dwingende controle:
Psychische en psychiatrische problemen bij ouders (zoals depressie, autisme, ADHD, bipolaire stoornis, antisociale gedragsstoornis of borderline persoonlijkheidsstoornis) zijn de belangrijkste risicofactoren voor alle vormen van kindermishandeling.
Ouders met een antisociale persoonlijkheidsstoornis (die zich kenmerkt door agressie, vijandigheid en het veel ruzie maken) hebben vaak geen spijt en kunnen zich niet inleven in anderen. Dit onvermogen om zich in te leven bedreigt de ontwikkeling van een veilige gehechtheidsrelatie.
Ouders met een borderline persoonlijkheidsstoornis vallen op door sterke wisselingen in stemming en gedrag en vertonen vaker onvoorspelbaar gedrag ten opzichte van hun kind. Ook zij hebben moeite om sensitief te reageren op de behoeften van hun kind.
Ouders met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) kunnen zich minder goed inleven in hun kind, reageren daardoor minder sensitief en bieden minder emotionele ondersteuning.
Dit gedrag draagt bij aan een onvoorspelbare en onveilige omgeving waarin een kind zich niet vrij of veilig kan voelen.