een goede kwaliteit van de relatie van en onderlinge communicatie tussen de ouders vóór de scheiding;
het belang dat de ene ouder aan de andere ouder toekent voor het welzijn van hun kind(eren) (ouders die de andere ouder belangrijk vinden zijn minder geneigd om conflicten te hebben na scheiding);
het vermogen om met de co-ouder samen te werken, te communiceren en overeenstemming te bereiken;
de bereidheid om hulp te accepteren;
steun vanuit het netwerk, zoals door familieleden, in het bijzonder grootouders, buren en vrienden. Zowel individuen als paren zijn gebaat zijn bij hulpbronnen vanuit de omgeving;
acceptatie van de scheiding.
gedragsmatige en/of persoonlijkheidsproblemen;
traumatische ervaringen;
geweldsproblemen;
alcohol- en/of drugsverslaving;
conflicten tijdens de relatie en/of ernstige relatieproblemen en/of elkaar niet kunnen vergeven. Het netwerk kan hierbij een escalerende rol vervullen;
de juridische strijd tussen ouders.
De kosten van complexe scheidingen zijn fors: ongeveer 1 miljard euro. Veel trajecten stagneren omdat instanties weinig rekening houden met wat achter veel complexe scheidingen schuilgaat: huiselijk geweld. Scheidende partners moeten er meestal verplicht samen uitkomen. Dat werkt niet als sprake is van eenzijdig huiselijk geweld en bovendien is een dergelijk uitgangspunt onveilig voor de getroffen partners en kinderen.
Follow the Money en Pointer becijferden recent dat de kosten van complexe scheidingen (vechtscheidingen) voor gemeenten tussen de 66 en 88 miljoen euro per jaar bedragen. De totale maatschappelijke kosten van vechtscheidingen liggen nog veel hoger: rond de 1 miljard euro per jaar. Bij zulke hoge kosten liggen gemakkelijke aannames en snelle conclusies op de loer. Een voorbeeld hiervan is een voorstel van wethouder en VNG-bestuurder Leon Meijer: de kosten van hulpverlening moeten ten dele door ouders zelf gedragen worden. Want waar twee ouders vechten, hebben er toch ook altijd twee schuld?
Dwingende controle Dit is een cruciale misvatting. Uit onderzoek blijkt dat in veel gevallen slechts één van beide ouders het gevecht in een complexe echtscheiding gaande houdt. Die ouder traineert telkens afspraken of spant nodeloos rechtszaken aan. De andere ouder moet dan wel reageren wil deze niet het gezag over of de omgang met de kinderen verliezen. Hulpverleners proberen vervolgens telkens de ‘ruzie’ te sussen met een gezamenlijk zorgtraject. Totdat dezelfde ouder weer afspraken torpedeert of een nieuwe rechtszaak start. Een cyclus die jaren kan aanhouden en de toch al door huiselijk geweld getroffen partner vaak volledig uitput.
Tavecchio: ”We zien in onderzoek dat dit soort kinderen vaak last heeft van depressies en eenzaamheid. Vaak halen ze ook slechtere cijfers op school en voelen ze zich schuldig, terwijl ze helemaal niks aan die situatie tussen hun ouders kunnen doen.”
Van Leuven: “Ons Expertteam heeft ook veel volwassenen gesproken, die ouderverstoting als kind hebben meegemaakt. Die vinden het vaak moeilijker om relaties aan te gaan. En ze vragen zich op latere leeftijd af of ze zélf wel kinderen moeten krijgen. Ze zijn belast door de ouderverstoting.”
Tavecchio: “Verstoten vaders gaan in de maatschappij echt onderuit. Ze raken hun baan kwijt, hebben moeite met relaties en staan alleen in de wereld. Door dat contactverlies met hun kinderen zijn ze vaak zwaar beschadigd. Overigens kan ouderverstoting ook moeders overkomen.”
Tavecchio: “Die genderbias is zo overduidelijk aanwezig. Bij veel instanties als de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en Jeugdbescherming wordt de moeder gezien als belangrijkste opvoeder. Als er iets mis is kijkt men toch eerder naar de vader. Dat is de laatste jaren verbeterd, maar speelt nog steeds een rol. Bij beslissingen wordt er veel meer rekening gehouden met de moeder dan met de vader.”
Van Leuven: “Historisch gezien was de moeder ook vaak de hoofdopvoeder. Dat is inmiddels wel veranderd door de komst van het gezamenlijk gezag in 1998. De rol van vaders in de opvoeding is wel sterker geworden, maar er wordt nog vaak eerst gekeken naar de moeder.”
Van Leuven: “Dat hebben we vaak gehoord. Daarom moeten hulpverleners die met deze kinderen praten ook echt goed getraind worden in ‘kindertaal’. Welke signalen geeft een kind af? Familierechters praten nu vlak voor een zitting met kinderen om daarna een beslissing te nemen over de omgangsregeling. Bij sommige familierechters ontbreekt de expertise om zo’n gesprek aan te gaan, met name in deze complexe zaken. Neem er de tijd voor en schakel een deskundige in om het gesprek samen te voeren.”
De escalatieladder van Friedrich Glasl (1941) geeft de ontwikkeling in een conflict weer. Op basis van de houding en het gedrag kunt u inschatten op welke trede op de escalatieladder de conflicterende partijen staan.