Deze disclaimer bevat essentiële informatie over de aard van de content op het Ouder Platform Jeugdzorg en de verantwoordelijkheid v/d gebruiker.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/scheiden/vraag-en-antwoord/checklist-ouderschapsplan-maken
Een ouderschapsplan is verplicht als u allebei het ouderlijk gezag heeft (gezamenlijk gezag).
In een ouderschapsplan staan in ieder geval afspraken over:
de betrokkenheid van de kinderen bij het ouderschapsplan;
hoe en hoe vaak u elkaar informatie geeft over uw kind;
hoe u samen beslissingen neemt over belangrijke onderwerpen, bijvoorbeeld over de schoolkeuze;
de kosten van de verzorging en opvoeding (kinderalimentatie (link opent in een nieuw tabblad)).
Daarnaast kunt u ervoor kiezen om ook andere afspraken op te nemen in het ouderschapsplan. Bijvoorbeeld wat u als ouders belangrijk vindt in de opvoeding. Of bepaalde regels zoals bedtijd en huiswerk.
De wet (Burgerlijk Wetboek, Boek 1, artikel 377a) verplicht ouders om in het ouderschapsplan te vermelden op welke wijze zij hun kinderen hebben betrokken bij het opstellen ervan. De wet noemt geen vaste minimumleeftijd voor deze betrokkenheid, maar stelt dat dit moet gebeuren op een manier die past bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind.
Hoe wordt de betrokkenheid in de praktijk en in de rechtspraak gezien:
Verplichting: In het ouderschapsplan moet worden beschreven hoe de kinderen zijn betrokken bij de afspraken.
Doel: De afspraken moeten zo goed mogelijk aansluiten bij de wensen en behoeften van het kind. Kinderen hebben recht op inspraak over zaken die hen aangaan (volgens het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind).
Leeftijd en ontwikkeling: De manier van betrekken is afhankelijk van de mate waarin het kind al in staat is om de gevolgen van de scheiding en de gemaakte afspraken te overzien.
Hoewel er geen strikte wettelijke grens is, wordt in de praktijk en door hulpverleners vaak de volgende indeling aangehouden:
Ouders moeten luisteren naar de gevoelens van het kind en letten op signalen (bijvoorbeeld via spel of tekeningen). Concrete wensen (zoals omgang) moeten worden meegewogen.
De rechter hoort het kind in principe niet. Uitzonderingen komen soms voor (vanaf 8 of 10 jaar, afhankelijk van de rechtbank).
Het kind kan steeds meer invloed uitoefenen. Ouders moeten de wensen over bijvoorbeeld de zorgregeling en de schoolkeuze serieus meenemen.
Het kind krijgt een uitnodiging om gehoord te worden door de rechter (het zogenoemde kindgesprek). Dit is een recht, maar geen plicht.
Het ouderschapsplan is niet meer verplicht. Het kind is meerderjarig en neemt zelf beslissingen. Ouders moeten nog wel afspraken maken over financiële ondersteuning (alimentatie) tot 21 jaar.
Er zijn betrokkenen die PSO 'geven' (betaald door de gemeentes), die van mening zijn dat er geen ouderschapsplan hoeft te zijn. Geen afspraken, steeds weer overleggen (doel PSO is minimale communicatie), maximale omstandigheden voor onduidelijkheid die tot problemen leiden, of een ouder die zijn/ haar eigen gang gaat.