Deze disclaimer bevat essentiële informatie over de aard van de content op het Ouder Platform Jeugdzorg en de verantwoordelijkheid v/d gebruiker.
Dit rapport analyseert diepgaand de gevaren van systeem triangulatie, met name hoe dit mechanisme wordt ingezet in de context van dwingende controle (DC) bij complexe scheidingen. Complexe scheidingen zijn een van de meest significante bronnen van instroom en werklast binnen de Nederlandse jeugdzorg en jeugdbescherming, wat leidt tot lange wachttijden en moeizame afronding van trajecten. De belangen van de kinderen, bij wie complexe scheidingen ernstige negatieve gevolgen kunnen veroorzaken, moeten altijd centraal staan.
Dwingende controle (Coercive Control) wordt gedefinieerd als een fundamenteel asymmetrisch patroon van intieme terreur en psychisch misbruik. Hierbij onderwerpt en isoleert de ene ouder systematisch de andere ouder en ontneemt deze diens autonomie. Dit staat in schril contrast met een wederzijds hoog conflict tussen twee gelijkwaardige partijen.
Systeem triangulatie in deze forensische context is het tactische gebruik van een externe, institutionele derde partij (zoals jeugdhulp, de Raad voor de Kinderbescherming, of de rechtbank) door de controlerende ouder. Het doel is het handhaven van de machtsdynamiek, het afdwingen van de eigen wil en de diskwalificatie van de andere ouder. De controlerende partij gebruikt de systemische noodzaak van de hulpverlening als een 'proxy-wapen'.
Waar klassieke systeemtheorie (Bowen en Minuchin) triangulatie beschrijft als een emotioneel proces om interne spanning in de dyade te stabiliseren, is de forensische toepassing strategisch misbruik. In deze forensische context is het mechanisme niet emotionele ontlading, maar intieme terreur en het opleggen van de wil door middel van systemische blokkade en opschaling. De dader zet de autoriteitsfiguur doelbewust in als platform om de controle te legitimeren.
Een fundamentele fout in de jeugdhulp is het benaderen van complexe scheidingen als 'hoog conflict', waarbij ten onrechte wordt aangenomen dat beide ouders gelijk verantwoordelijk zijn ("valse equivalentie"). Bij dwingende controle, dat een eenzijdige machtsdynamiek is, wordt het vasthouden aan professionele neutraliteit een ethische tekortkoming. Deze neutraliteit dient indirect de dader en versterkt de onveiligheid. Het gebrek aan erkenning van asymmetrie faciliteert het voortduren van de triangulatie.
Dwingende controle wordt uitgeoefend door het structureel frustreren van de ouderlijke samenwerking. De controlerende ouder negeert normale verzoeken tot overleg, geeft ongemotiveerde ‘nee’s’ of eist dat overleg uitsluitend via hulpverlening plaatsvindt. Dit strategisch blokkeren van overleg dwingt de slachtoffer-ouder tot opschaling naar een derde partij (jeugdzorg of rechtbank), wat exact het mechanisme is dat de triangulatie activeert.
De controlerende ouder gebruikt de noodzaak tot opschaling – en de vastgestelde ‘turbulentie rondom het kind’ die hierdoor ontstaat – vervolgens als bewijs voor het disfunctioneren van de andere ouder. In juridische procedures past de dader vertragingstactieken en verrassingstactieken toe (late indiening van argumenten en ongesubstantieerde aantijgingen) om de andere ouder juridisch uit te putten. De hoge werkdruk van de jeugdhulp maakt de dader strategisch effectief in het uitspelen van het overbelaste systeem.
De analyse waarschuwt dat interventies risico's dragen als ze uitgaan van een symmetrisch conflictsysteem.
Parallel Solo Ouderschap (PSO): Hoewel PSO bedoeld is voor de-escalatie door minimalisering van oudercontact, is het geen oplossing bij dwingende controle. De 'eigen zelfbepalende nee-houding' en het weigeren van overleg zijn kerncomponenten van DC. PSO functioneert als een gevaarlijk triangulatie-mechanisme omdat het de blokkadetactiek van de controlerende ouder professioneel legitimeert, wat de isolatie van het slachtoffer versterkt.
Mediation en Bemiddeling: Het forceren van overleg of mediation bij DC leidt tot een aanzienlijk risico op re-victimization (herhaalde victimisatie). De neutrale rol van de mediator kan de fundamentele machtsongelijkheid niet opheffen en geeft de dader een nieuw platform voor manipulatie.
Jeugdbescherming: Als jeugdbescherming een DC-casus ten onrechte classificeert als een ‘civiel conflict’ in plaats van misbruik, weigert het systeem de asymmetrie te erkennen en faciliteert het onbewust de dader. Het systeem transformeert hierdoor, hoewel ingezet met goede intenties, functioneel in de primaire facilitator van de dwingende controle.
Om de dader-gefaciliteerde triangulatie te doorbreken, is een fundamentele verschuiving noodzakelijk:
Screening en Herkenning: Elke interventie moet starten met een verplichte, gespecialiseerde screening op dwingende controle en intieme terreur om misbruikmechanismen niet te maskeren.
Loslaten van Valse Neutraliteit: Jeugdbeschermers moeten partijdig zijn ten gunste van het slachtoffer van controle om de veiligheid en het vertrouwen van het kind te herstellen.
Strikte Protocollering: Er moeten richtlijnen komen die de inzet van Parallel Solo Ouderschap en verplichte mediation uitsluiten bij vastgestelde dwingende controle, teneinde re-victimization te voorkomen.
Versterkte Rechterlijke Regie: De rol van de regierechter moet versterkt worden om juridische uitputting en vertragingstactieken tegen te gaan wanneer systemische instrumentalisatie wordt vastgesteld.