Dwingende controle is een vorm van huiselijk geweld waarbij één persoon systematisch de ander controleert en onderdrukt. Dit kan zich op verschillende manieren uiten, zoals emotionele manipulatie, isolatie, financiële controle en intimidatie. Wanneer kinderen getuige zijn van of direct betrokken zijn bij dwingende controle, heeft dit vaak ernstige gevolgen voor hun ontwikkeling.
Jeugdzorg speelt een cruciale rol bij het signaleren, melden en aanpakken van situaties waarin kinderen te maken hebben met dwingende controle. Jeugdzorgprofessionals hebben een belangrijke taak om:
Dwingende controle te herkennen: Het is essentieel dat professionals in staat zijn om de subtiele signalen van dwingende controle te herkennen, ook als er geen sprake is van zichtbaar fysiek geweld.
Veiligheid te garanderen: Het beschermen van kinderen tegen de directe en langdurige gevolgen van dwingende controle is een prioriteit.
Samenwerking te zoeken: Jeugdzorg werkt samen met andere professionals, zoals politie, justitie, huisartsen en maatschappelijk werk, om een geïntegreerde aanpak te bieden.
Ouders te ondersteunen: Het is belangrijk om ouders te helpen inzicht te krijgen in hun gedrag en hen te ondersteunen bij het veranderen van hun patronen.
De aanpak van dwingende controle binnen jeugdzorg kent echter ook uitdagingen:
Subtiele signalen: Dwingende controle is vaak moeilijk te herkennen, omdat het zich achter gesloten deuren afspeelt en de slachtoffers vaak bang zijn om hulp te zoeken.
Complexiteit van gezinssituaties: Elk gezin is uniek en de dynamiek binnen een gezin met dwingende controle kan erg complex zijn.
Onvoldoende kennis en expertise: Niet alle professionals in de jeugdzorg zijn voldoende geschoold om dwingende controle te herkennen en aan te pakken.
Meer training en bewustwording: Het is belangrijk dat alle professionals in de jeugdzorg geschoold worden in het herkennen en aanpakken van dwingende controle.
Samenwerking met andere disciplines: Door nauw samen te werken met andere professionals, zoals psychologen, advocaten en slachtofferhulp, kan jeugdzorg een meer holistische aanpak bieden.
Specifieke programma's: Het ontwikkelen van specifieke programma's voor gezinnen met dwingende controle kan bijdragen aan een effectieve interventie.
Ondersteuning voor slachtoffers: Het bieden van psychologische ondersteuning aan kinderen en ouders die te maken hebben gehad met dwingende controle is essentieel voor hun herstel.
Zowel bij bepaalde beroepsgroepen als in de politiek komt dwingende controle meer op de agenda te staan, en dat is hard nodig. Onze inbreng als gespecialiseerde organisatie wordt steeds meer gevraagd. We zijn hier blij mee, omdat er nog zoveel onbekendheid is met het thema.
Al jaren ontvangen wij vele getuigenissen waaruit blijkt dat huiselijk geweld nauwelijks gezien en erkend wordt binnen het familierecht en de jeugdzorg. Psychisch geweld in de vorm van dwingende controle kan niet alleen tijdens een relatie tot ernstige problemen leiden, maar helaas ook nog lang daarna, zoals velen van jullie weten.
Vrijwel dagelijks vertellen mensen ons over de vele uitputtende procedures die ze moeten ondergaan, het gebrek aan bescherming van henzelf en hun kinderen, de muur waarop ze stuiten als ze willen uitleggen wat hen overkomt of overkomen is.
Sommige getuigenissen zijn hartverscheurend vertelde ik op het congres, waar met name advocaten aan deelnamen. Ouders bijvoorbeeld die ons vertellen dat een dergelijke procedure heeft geleid tot het verlies van het gezag van de kinderen. Dat is zeer ernstig. De huidige procedures faciliteren de pleger te vaak en geven hem of haar ongebreidelde toegang tot het slachtoffer en de kinderen.
Vaak is er een jarenlange strijd waarin een slachtoffer gezien wordt als onderdeel van het probleem in plaats van dat instanties zich bekommeren om de veiligheid en gezondheid van slachtoffers. Met alle gevolgen van dien. En deze getuigenissen staan niet op zich, lichtte ik toe. Het zijn geen individuele drama’s, het is een fundamenteel, structureel onrecht. Het gebeurt te vaak en is te ernstig om af te doen als incident. Onze huidige rechtstaat laat slachtoffers in de steek en dit gaat ons aan het hart.
Doe onderzoek op basis van feiten en zorg voor veiligheid. Dat is wat wij ook al jaren aanbevelen.
Mijn conclusie is dat er nog te weinig goed onderzoek naar gedaan is om het probleem werkelijk op de kaart te krijgen. Een familierechter gaf vervolgens aan de onmacht van veel ouders te voelen maar benadrukte dat zij pas op het eind van de keten zit en vaak maar weinig tijd heeft en te beperkt is qua mogelijkheden om het probleem te kunnen oplossen. Ook de Raad van de Kinderbescherming gaf aan slechts een deel van het probleem aan te kunnen pakken.
Er zijn vaak veel instanties betrokken in dit soort zaken: Veilig Thuis, familierechtadvocaten, jeugdzorg, rechter, maatschappelijk werk, Raad van de Kinderbescherming, de (jeugd-)GGZ en ga zo maar door. Met elk hun eigen rol en taak. Dat is de reden waarom zaken vaak complex genoemd worden, ook tijdens deze bijeenkomst. Ik ben het daar niet helemaal mee eens en dat gaf ik ook duidelijk aan. Op een bepaalde manier is het nu juist niet complex: dwingende controle kent een duidelijke pleger en slachtoffer in tegenstelling tot veel andere zaken in het familierecht.
Dwingende controle kun je bovendien als professional leren herkennen, het patroon erachter is aan te tonen. Op basis daarvan kunnen andere besluiten genomen worden. Moeilijk misschien, maar zeker niet onmogelijk. En geen reden om in onmacht te blijven hangen of, zonder iets te doen, alles ‘complex’ noemen.
Verandering vergt dat instanties veel meer werk gaan maken van het herkennen van psychisch geweld en daarop hun werkwijze aanpassen zo gaf ik aan. Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Eén van de manieren om dat wel voor elkaar te krijgen is door te kijken wat er in het buitenland gebeurt. In Engeland en tal van andere landen is psychisch geweld expliciet strafbaar gesteld, waardoor bijvoorbeeld veel meer professionals getraind zijn in het herkennen ervan. Ik hield een pleidooi om ook in Nederland tot strafbaarstelling te komen. Hier waren de meningen over verdeeld maar ik was in ieder geval blij ons standpunt uiteen te kunnen zetten.
Het is heel belangrijk dat dit congres voor de juridische beroepsgroep georganiseerd werd. Ook in de politiek komt dwingende controle gelukkig iets meer op de agenda te staan. Hierover hebben we contacten met instanties en ministeries. Zo kregen we laatst een uitnodiging om samen met twee huiselijk geweldorganisaties te kijken naar screeningsmethodes (hoe herkennen professionals het en hoe stellen ze het objectief vast) en beschermingsarrangementen (wat kunnen ze doen) om psychisch geweld tegen te gaan.
Het zijn nuttige contacten en stapjes in de goede richting. We vragen al jaren, onder andere in de media, aandacht voor de impact van dwingende controle. We zijn blij te merken dat dit langzaamaan effect heeft en onze expertise wordt ingezet door partijen die het onderwerp oppakken. Gebeurt er genoeg in Den Haag? Nee, zeker niet, bij lange na niet. We ontvangen geen subsidie en de aandacht vanuit de overheid voor het onderwerp is nog beperkt.
Wat hiervoor nodig zou zijn, bijvoorbeeld een lobbyclub in Den Haag voor slachtoffers van huiselijk geweld en psychisch geweld, is er niet. Slachtoffers staan nog steeds veelal alleen in hun strijd. Nog dagelijks krijgen wij schrijnende getuigenissen binnen van onkundige instanties of falend beleid. Al acht jaar geven wij een stem aan het onrecht binnen het familierecht en het is essentieel dat deze meer gehoord wordt. Iedere steun hiervoor kunnen we hard gebruiken.